Door Hans Heering
Bij de Dedemsvaartse carnavalsvereniging De Venekloeten is het inmiddels een goede traditie geworden om haar vrijwilligers één keer per jaar uit te nodigen voor een hapje en een drankje. Op die wijze wil het bestuur de vrijwilligers danken voor hun inzet in het afgelopen seizoen.
Zaterdagavond bleek dat ruim veertig vrijwilligers gehoor hadden gegeven aan de uitnodiging. Het was gezellig druk in en rond het gebouw van de scouting aan de Parklaan. De aanwezigen spraken niet alleen over koetjes en kalfjes, maar blikten ook terug op het afgelopen seizoen en het nieuwe seizoen kwam natuurlijk ook ter sprake. Wat gaat het nieuwe seizoen brengen? Hoe gaan de nieuwe uitbaters van ´t Centrum – de hofresidentie van de vereniging – om met de Venekloeten? Wat willen/kunnen de Venekloeten in de toekomst met ´t Centrum. Worden alle met de vorige uitbaters gemaakte afspraken gerespecteerd?
Nog niet helder
Willem Leuvenink deelde zaterdagavond desgevraagd mee dat er nog veel besproken moet worden. “De nieuwe uitbaters hebben nog niet helemaal helder welke afspraken er bestaan tussen onze vereniging en de hofresidentie. Daar moet nog uitvoerig over gesproken worden. Ik ga er vanuit dat wij er wel uit gaan komen met ´t Centrum”, aldus de carnavalsvoorman.
Geschikte hofresidentie
De vereniging is in de loop der jaren groot geworden en trekt ook veel feestgangers van buiten Dedemsvaart. Het zalencentrum heeft de afgelopen jaren bewezen zeer geschikt te zijn voor het vieren van de Dolle Dagen van Kloetendonk. Er is (kleed)ruimte voor prinsen en raden van elf, dansmariekes, artiesten en er is voldoende ruimte om de vele carnavalsvierders te bergen.
“Het gaat organisatorisch de nodige aanpassingen vergen, als wij naar een andere locatie zouden moeten verhuizen”, zegt de voorzitter. Zoveel mogelijkheden zijn er in Dedemsvaart overigens niet. De Vrolijke Koster, vroeger het Sint Vitus gebouw waar de vereniging op 8 april 1975 werd opgericht, is een mogelijk alternatief, maar in feite is de zaal te klein voor de vereniging.